David van Michelangelo
De David die op het Piazza della Signoria staat en die voor het Palazzo Vecchio de wacht lijkt te houden, is niet het originele beeld dat Michelangelo uit het witte Carrara-marmer beitelde. Hier, op zijn originele plek, komt het enorme beeld echter wel nog steeds het meest tot zijn recht.
‘De grootste kunstenaar kan niets verzinnen
dat niet vooraf al in de steen bestaat,
maar als zijn hand niet met zijn geest meegaat
zal hij het nooit van ’t ruwe marmer winnen.’
Aldus Michelangelo, die met zijn beitel de meest natuurlijke vormen uit een blok marmer tevoorschijn kon toveren. Hij liet zich zelfs niet uit het veld slaan door de bijnaam van het blok marmer waaruit hij zijn David moest zien te scheppen. Hoewel het blok door veel van zijn collega-beeldhouwers en andere betrokkenen spottend als il rotto (het beschadigde) werd aangeduid – aangezien het blok marmer een aantal barsten vertoonde en er al door een aantal beeldhouwers een poging was gedaan er iets van te maken – twijfelde Michelangelo geen moment toen hij hoorde dat hij degene was die het blok mocht gaan bewerken.
TIP: koop tickets voor de Galleria dell'Accademia en de David van Michelangelo van tevoren onlien en ontloop de wachtrijen!
Bestel tickets voor Galleria dell'Accademia en ontloop de wachtrijen
Rondleiding
Je kunt ook kiezen voor een skip-the-line ticket voor de Galleria inclusief een rondleiding van 1 uur met een deskundige gids.
Bestel hier een ticket inclusief een rondleiding
Onoverwinnelijk
De inwoners van Florence zochten een nieuw symbool voor de strijd tegen hun vijand. In de Bijbelse figuur van David vonden ze precies wat ze zochten: een jongeman die tegen alle verwachtingen in Goliath, de reus die onoverwinnelijk leek, wist te doden. Het was dus al snel duidelijk wat – of beter gezegd wie – er uit het blok marmer moest verrijzen. Michelangelo ging onmiddellijk aan de slag. Hij was pas 26 jaar toen hij in september 1501 de eerste modellen en tekeningen voorlegde aan zijn opdrachtgevers.
Meer kregen ze echter niet te zien, want voordat Michelangelo met het marmer aan de slag ging, bouwde hij een schuur om het blok heen. Hij wilde zijn opdrachtgevers en alle inwoners van Florence verrassen met het eindresultaat en een direct zicht op zijn vorderingen zou de verrassing alleen maar verpesten, vond hij.
Standplaats
Begin 1504 was het beeld klaar en kon David eindelijk aan het publiek getoond worden. Dat was echter makkelijker gezegd dan gedaan, want het beeld was zo kolossaal dat het niet gemakkelijk te verplaatsen was. Een commissie van dertig vooraanstaande Florentijnen, onder wie Leonardo da Vinci, Sandro Botticelli en Filippo Lippi, moest daarom beslissen waar het beeld geplaatst zou moeten worden. Het was ooit de bedoeling geweest dat de David een van de pijlers van de Duomo zou sieren, maar dit plan werd vanwege de enorme omvang van het beeld al snel van tafel geveegd. Een aantal commissieleden stelde daarom de trappen van de Duomo voor, maar ook dit idee bleek niet haalbaar te zijn.
Uiteindelijk besloot men de David voor het Palazzo della Signoria (het huidige Palazzo Vecchio) te plaatsen. Het probleem van de standplaats was daarmee opgelost, maar de commissieleden waren er nog niet. Het beeld moest namelijk ook nog op die plek terechtkomen, en dat was in het geval van zo’n enorme kolos marmer geen simpele onderneming. Na lang delibereren werd er een houten stellage gemaakt waarin het beeld kon worden opgehangen, zodat het een beetje heen en weer kon zwaaien en niet zou breken door een onvoorziene oneffenheid in het Florentijnse plaveisel.
Naar het Piazza della Signoria
Op 14 mei 1504 vond de eerste stap van de grote verhuizing plaats. Eerst moest een van de muren van het gebouw worden gesloopt, zodat David de binnenplaats überhaupt kon verlaten. Eenmaal buiten moest het marmeren beeld streng worden bewaakt: vandalen probeerden maar wat graag om Michelangelo’s kunstwerk te beschadigen door er stenen naar te gooien. Gelukkig kon het beeld ongeschonden in de stellage worden gehesen en kon de tocht naar zijn standplaats beginnen.
Die tocht duurde vier dagen. David kwam op 18 mei 1504 in al zijn glorie op het Piazza della Signoria aan. Op 8 juni stond hij ook echt op zijn plek en keek hij neer op alle Florentijnen die aan zijn voeten voorbijsnelden. Michelangelo kon echter nog niet van zijn succes gaan genieten. De leider van de Florentijnse Republiek, Piero Soderini, had namelijk al direct kritiek op het beeld: de neus van David zou te dik zijn. Michelangelo liet zich niet kennen en beklom de stellage, die nog steeds om het beeld heen stond. Hij voerde een mooi kunststukje op: om het geluid van het kappen na te bootsen, sloeg hij zachtjes met zijn hamer op de beitel. Een beetje steengruis dat hij naar beneden liet dwarrelen deed de rest: hoewel er dus niets veranderd was aan Davids neus, was Soderini dik tevreden. En Michelangelo des te meer…
Ontarmd
In 1527 raakte David ernstig beschadigd toen vanaf het Palazzo Vecchio een steen, bedoeld voor een groep opstandelingen, op zijn linkerarm viel. Cosimo I liet de arm onmiddellijk repareren – maar helemaal verdoezelen kan men de beschadiging niet. Geweld vormde echter niet de enige bedreiging: ook de buitenlucht deed het marmer geen goed. Vanaf 1846 vergaderde men daarom geregeld over de vraag of het niet verstandiger zou zijn om het beeld te verplaatsen naar een veiligere en stabielere locatie. In eerste instantie dacht men aan de Loggia dei Lanzi, maar vanwege de enorme afmetingen was dit eigenlijk niet echt een geschikt alternatief.
Naar de Galleria dell'Accademia
In 1875, ter gelegenheid van Michelangelo’s vierhonderdste geboortedag, viel de beslissing. David verhuisde naar de Galleria dell’Accademia, hetgeen wederom een hele onderneming was. Speciaal voor de verhuizing werd een soort spoorlijn aangelegd, waarover David in een wagon de kilometers tussen het Piazza della Signoria en de Galleria dell'Accademia overbrugde.
Een bronzen kopie van David verrees in datzelfde jaar op het Piazzale Michelangelo, hoog boven de stad. Davids plek op het Piazza della Signoria bleef echter leeg. Het was vreemd kaal, zo zonder David – dat vonden de Florentijnen zelf ook wel. Daarom besloot men in 1908 een marmeren kopie van het beeld op de plek van het origineel te plaatsen, waardoor David nu weer in volle glorie op het Piazza della Signoria te bewonderen is.
Zie ook: Piazza della Signoria